Graaf Floris de Vijfde zag wat in mij. In 1276 nog een kleine nederzetting, maar eentje met potentie. Hij wist dat ik zou uitgroeien tot een stad met een ijzersterke handelsgeest. Mijn ligging tussen Alkmaar en Haarlem maakte mij onmisbaar in de handel. Lang voor 1276 was ik al een druk knooppunt van land- en waterwegen.
Mijn naam? Waarschijnlijk een verbastering van ‘Bedevaartswijk’. Ik was de verbinding tussen West-Friesland en Holland. Toen ik marktrecht kreeg, werd ik een ontmoetingsplek voor handelaren uit alle windstreken.
Floris had het goed gezien, helemaal vanuit zijn luxe leventje in Middelburg. Maar wat hij niet kon zien, was mijn karakter. Net als mijn inwoners vandaag de dag was ik altijd vindingrijk en ondernemend. Een simpel doorgeefluik? Nee! Ik ben Beverwijk. Ik sta op mijn eigen benen.
Gezicht op Beverwijk vanaf het Wijkermeer, Salomon van Ruysdael, 1661
Ik eigende mij de Wijkermeer toe, toen nog een open water. Perfect! Want hierdoor kon ik ook scheepvaart ontvangen. Handel over water betekende groei, en ik groeide als handelscentrum.
Niet alleen dat. De Noordzee lag vlakbij, en daarmee had ik toegang tot de visserij. Verse vis? Lekker. Maar vooral zéér lucratief. De vissers, vroeger ‘vingerbijters’ genoemd, kwamen uit Wijk aan Zee. Trots en zelfstandig volk die vandaag de dag bij Beverwijk horen, maar zeg dat maar niet te hard, anders bijten ze dadelijk je vingers er nog af. Ik mag ze graag.
Tekening van Huize Scheybeeck rond ca. 1626.
Bron: Museum Beverwijk.
In de 17e eeuw rook ik de welvaart. Letterlijk. Amsterdamse handelaren, puissant rijk geworden van de wereldhandel, lieten hun buitenhuizen in mij bouwen. Ineens waren daar Franse parfums, Italiaanse stoffen en exotische keramiek. Ik zag kansen en breidde mijn markten uit. Luxe koopwaar, specerijen, textiel: ik had het allemaal.
Mijn erfgenaam in de handel? De Bazaar natuurlijk. Elke zaterdag en zondag herleven de echo’s van mijn gloriedagen. Koopjesjagers, handelaars en ondernemers, net als vroeger. Handel is mijn hartslag. En die is nooit gestopt.
Beverwijk door J Peeters & C Bouttats (1674) en een impressie door AI gegenereerd hoe dat eruit had kunnen zien.
Maar niet elk hoofdstuk is er één van voorspoed. Na de Gouden Eeuw ging veel handel naar Alkmaar, Haarlem en Amsterdam. De Wijkermeer verzandde. Mijn scheepvaart droogde op. Een flinke klap.
En toen kwam dat kleine kereltje uit Frankrijk. Napoleon verbood handel met Engeland. Voor een handelsstad als ik een ramp. En alsof dat nog niet genoeg was, miste ik industrie. Dat werd steeds belangrijker. Zonder industrie viel ik verder terug.
Maar ik ben Beverwijk. En Beverwijk buigt niet. In de 20e eeuw kreeg ik een nieuwe kans. Koninklijke Hoogovens vestigde zich in IJmuiden. Eindelijk had ik industrie! Arbeiders stroomden toe. Bedrijven ontpopten zich in mijn aarde, mede dankzij mijn vruchtbare ondernemersgrond. Ik bloeide opnieuw op.
750 jaar na Floris’ besluit ben ik nog steeds de stad van handel en ondernemerschap. Een stad die mensen uit het hele land trekt. Een stad van doeners. Mouwen opstropen en gaan.
Ik ben altijd vindingrijk geweest. Altijd innovatief. En ik kan niet wachten op de volgende 750 jaar. Gaan jij en ik die samen net zo mooi maken?
We streven naar een zo gevarieerd mogelijk feestprogramma voor én door inwoners, marktkooplieden, verenigingen, maatschappelijke partners, culturele instellingen en ondernemers uit de gemeente Beverwijk.
Iedereen. Jij dus ook.
Goed, natuurlijk moet je wel weten wat er allemaal komt kijken bij de organisatie van een evenement.
Meld je aan voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte over de laatste ins en outs van de viering 750 Jaar Marktrecht.
